Waarom een scherp brein zowel een zegen als een uitdaging kan zijn
Herken je het gevoel van twijfel aan meningen waar anderen keihard zeker van lijken te zijn? Of dat je je soms verveelt (of zelfs irriteert) in gesprekken omdat het te voorspelbaar voelt? Misschien heb je zelfs ervaren dat je je pas écht op je gemak voelt als je iemand treft met wie je op het zelfde abstracte level kunt praten. Gefeliciteerd. Je hebt mogelijk een hoge intelligentie – daar zitten alleen ook drie prijskaartjes aan vast. 1. Intellectuele twijfel: hoe meer je weet, hoe minder je zeker weet Mensen met een hoge intelligentie hebben een soort ingebouwd afweersysteem tegen simplistische denkwijzen. Dit betekent dat je jezelf minder makkelijk voor de gek kunt houden met zwart-witdenken of snelle stereotyperingen. Voorbeeld: Iemand zegt: "Alle Franse auto's zijn slecht, en alle Duitse auto's zijn goed." ✅ Een lager IQ leidt vaak tot snelle generalisaties: "Ja, klopt! Mijn buurman had een Franse auto en die had altijd problemen!" ✅ Een hoger IQ denkt: "Wacht even… dat hangt af van het model, de onderhoudsgeschiedenis, de rijstijl en nog veel meer factoren. Bovendien kan de perceptie van betrouwbaarheid ook beïnvloed worden door marketing en merkassociaties." Waarom gebeurt dit? Dit komt door cognitieve attributie en cognitieve dissonantie. Cogntitieve attributie: we zien automatisch de bewijzen voor onze aannames. Cognitieve dissonantie: we negeren bewijzen die tegen onze aannames in gaan. Zie je een Franse auto langs de kant van de weg staan 'dan heeft 'ie pech', en zie je een Duitse auto langs de kant van de weg staan 'dan moest de bestuurder waarschijnlijk even plassen'. Hoe intelligenter je bent, hoe minder dat mechanisme bij jou werkt. Als tiener met bovengemiddelde intelligentie kun je daardoor heel onzeker worden als iedereen om je heen snelle meningen en oordelen heeft over wat er goed en fout is, welke politicus deugt of niet deugt, welke kerk de de juiste leer heeft en welke kerk een dwaalleer heeft. Het kan je het gevoel geven dat je iets mist omdat je niet zo snel als de anderen doorziet wat goed of fout is. Gefeliciteerd. Je mist niet iets, maar door je bovengemiddelde intelligentie besef dat je dat de werkelijkheid veel complexer is dan met allerlei snelle meningen wordt gesuggereerd. Het gevolg? ✔️ Je hebt minder stellige meningen dan anderen. ✔️ Je kunt je onzeker voelen, vooral als je jong bent, omdat anderen wél met gemak hun overtuigingen uitroepen. ✔️ Maar: je mist niks! Integendeel, je beseft veel dieper de complexiteit van van de werkelijkheid. 2. Je hebt intellectuele uitdaging nodig: flow of frustratie Een hoog IQ betekent niet dat je alles makkelijk vindt, maar dat je hersenen een bepaalde spanning nodig hebben om optimaal te functioneren. 💡 Zonder uitdaging → Verveling en onderpresteren. 💡 Teveel uitdaging → Overweldiging en stress. 💡 De juiste uitdaging → Flow en groei. De game-industrie begrijpt dit perfect. Zij bouwen hun uitdaging op in "levels". Een level moet net moeilijk genoeg zijn om je uit te dagen, maar niet zo moeilijk dat je gefrustreerd stopt. Elke overwinning geeft een dopamineboost – het bekende aha-erlebnis. Wat betekent dit voor jou? ✔️ Je bloeit op als je intellectueel moet puzzelen. ✔️ Zonder dat raak je verveeld, gedemotiveerd of zelfs cynisch. ✔️ Dit is waarom veel hoogintelligente mensen vastlopen in banen die te repetitief of simpel aanvoelen. Praktisch inzicht: 🔹 Zoek altijd een omgeving die je net boven je comfortzone duwt – in werk, in hobby’s, in gesprekken. 3. Intellectuele herkenning: thuiskomen bij gelijkgestemden Mensen met een hoog IQ kunnen sociaal prima functioneren, maar er is iets magisch aan praten met iemand die écht op hetzelfde denkniveau zit. 💡 Herkenning voelt als thuiskomen. ✔️ Je hoeft niet te versimpelen wat je bedoelt. ✔️ Je kunt denken in abstracte concepten zonder terug te moeten schakelen. ✔️ Je ervaart een gevoel van mentale snelheid en flow in het gesprek. Waarom is dit zo belangrijk? Hersenen verwerken informatie op verschillende niveaus van abstractie. Hoe hoger je IQ, hoe sneller je concepten overziet en verbanden legt. Met iemand praten die net zo snel schakelt voelt als een verademing. Wat betekent dit voor jou? ✔️ Zoek mensen waarmee je diepere gesprekken kunt voeren. ✔️ Sluit je aan bij communities, leesgroepen, of werk in omgevingen waar intellectuele diepgang wordt gewaardeerd. ✔️ Wees niet bang om bewust tijd te investeren in gelijkgestemden, want dat is waar je mentale batterij van oplaadt. Conclusie: slim zijn is een cadeau, maar je moet het goed uitpakken Hoge intelligentie brengt een hoop voordelen, maar ook mentale valkuilen. Door je bewust te zijn van deze drie prijskaartjes, kun je slimmer omgaan met je eigen denkprocessen en behoeftes: ✔️ Omarm intellectuele twijfel. Je mist niets; je ziet juist méér dan anderen. ✔️ Daag jezelf uit. Zoek taken en omgevingen die je in flow brengen. ✔️ Vind je tribe. Intellectuele herkenning is een mentale oplaadplek. 🚀 Jij denkt niet te ingewikkeld – je beseft diep hoe complex de werkelijkheid is. Als we denken aan onze hersenen, horen we vaak simplistische uitspraken als: "De linkerhersenhelft is analytisch en logisch, de rechterhersenhelft creatief en intuïtief." Maar volgens Iain McGilchrist, psychiater, neurowetenschapper en filosoof, doet deze oude opvatting geen recht aan de ware complexiteit en dynamiek van ons brein. In zijn invloedrijke boek The Master and His Emissary: The Divided Brain and the Making of the Western World introduceert hij een radicaal andere visie die niet alleen onze hersenen beter verklaart, maar ook verrassende inzichten biedt voor hoe we werken, leven en leiden.
Het tweeherige brein: samenwerken door scheiding McGilchrist stelt dat onze linker- en rechterhersenhelft niet simpelweg "verschillende taken" uitvoeren, maar fundamenteel verschillende manieren hebben om de wereld waar te nemen en ermee om te gaan. Waar het om draait, is niet wat ze doen, maar hoe ze het doen: Rechterhersenhelft:
Linkerhersenhelft:
De twee hersenhelften zijn complementair: de rechterhersenhelft schetst het brede, intuïtieve kader waarin we betekenis vinden, terwijl de linkerhersenhelft specifieke problemen oplost en acties uitvoert. McGilchrist noemt de rechterhersenhelft de Meester en de linkerhersenhelft de Dienaar. Problemen ontstaan, volgens hem, wanneer de Dienaar probeert de Meester te worden. Het Corpus Callosum: meer remmen dan verbinden Een van de meest intrigerende aspecten van McGilchrist's theorie is zijn visie op het corpus callosum, de brug die de hersenhelften verbindt. Traditioneel wordt gedacht dat deze structuur de samenwerking tussen beide helften faciliteert. McGilchrist voegt hieraan toe dat het corpus callosum vooral ook een remmende rol speelt: het voorkomt dat de hersenhelften elkaars werk overspoelen. Dit mechanisme stelt de hersenhelften in staat om hun unieke perspectieven te behouden en tegelijkertijd samen te werken. Hieruit blijkt een belangrijke les: effectieve samenwerking vraagt niet alleen om verbinding, maar ook om ruimte en onafhankelijkheid. Dit geldt niet alleen in onze hersenen, maar ook in hoe we teams en organisaties leiden. Wat heeft dit te maken met Leiderschap en Innovatie? McGilchrist’s visie reikt verder dan neurowetenschap. Zijn werk is een spiegel voor hoe we in de moderne wereld functioneren, en hoe de dominantie van de linkerhersenhelft—met haar focus op controle, analyse en abstractie—onze creativiteit en menselijkheid in gevaar brengt. Denk bijvoorbeeld aan hoe veel organisaties worden geleid:
Als leiders of innovators kunnen we leren van de balans in onze hersenen. Effectief leiderschap vraagt om:
McGilchrist laat zien dat echte innovatie voortkomt uit de rechterhersenhelft, die openstaat voor onzekerheid en nieuwe verbanden kan zien. De linkerhersenhelft speelt een cruciale ondersteunende rol door ideeën om te zetten in praktische realiteit. Waarom dit nu relevanter is dan ooit McGilchrist’s analyse is niet alleen wetenschappelijk, maar ook maatschappelijk relevant. Hij waarschuwt dat de moderne wereld wordt gedomineerd door de linkerhersenhelft: een wereld waarin we alles willen meten, controleren en reduceren tot cijfers en schema’s. Hoewel deze aanpak ons technologische vooruitgang heeft gebracht, dreigen we de menselijke aspecten—creativiteit, intuïtie en verbinding—te verwaarlozen. Denk aan trends zoals:
McGilchrist’s oproep is helder: als we willen floreren als mensen en als samenleving, moeten we opnieuw ruimte maken voor het perspectief van de rechterhersenhelft. Dit betekent meer openheid, flexibiliteit en waardering voor complexiteit. Praktische tips: hoe kun je de balans herstellen? Of je nu leider, ondernemer of creatieveling bent, de inzichten van McGilchrist kun je direct toepassen: Creëer ruimte voor reflectie en verbinding:
Laat controle los waar mogelijk:
Herken het belang van intuïtie:
Slotgedachte Iain McGilchrist laat ons zien dat de hersenen veel meer zijn dan een biologische machine; ze zijn een metafoor voor hoe we als mens functioneren. De balans tussen de linker- en rechterhersenhelft kan ons inspireren om een wereld te bouwen waarin we niet alleen efficiënter werken, maar ook diepere verbindingen maken, betekenis vinden en écht innoveren. De vraag is: durven we onze rechterhersenhelft meer ruimte te geven? Waarom intelligentie niet draait om méér denken, maar om het beheersen van de juiste brain-modus op het juiste moment
Inleiding Intelligentie wordt vaak beschouwd als een optelsom van vaardigheden zoals analytisch denken, patroonherkenning en taalbegrip. Maar in werkelijkheid is de grootste kracht van het brein niet denken zelf, maar het vermogen om bepaalde brain-modi te onderdrukken en andere te activeren. De hersenen kunnen maar één dominante brain-modus tegelijk hebben, en inhibitie is de sleutel tot schakelen. Als je linkerhersenhelft actief is – bijvoorbeeld tijdens het doen van je administratie – wordt je rechterhersenhelft en daarmee je empathie geremd. Als je rechterhersenhelft actief is – bijvoorbeeld als je een emotioneel verhaal hoort – wordt de rekenmachine van je linkerhersenhelft tijdelijk uitgeschakeld. Dit verklaart niet alleen hoe we denken, maar ook waarom mensen in bepaalde situaties anders reageren dan verwacht. Waarom geef je bijvoorbeeld meer geld aan een collecte na een preek dan vooraf? Waarom lijkt een boekhouder soms minder empathisch als hij zich in zijn analytische modus bevindt? En hoe kunnen we deze kennis gebruiken om talent te herkennen en productiviteit te optimaliseren? In dit artikel verkennen we de wetenschap achter brain-modi, de cruciale rol van inhibitie, en hoe dit alles leidt tot een vernieuwde kijk op intelligentie, talentontwikkeling en focus. Wat zijn brain-modi en waarom zijn ze cruciaal? Ons brein kan niet alles tegelijk. In plaats daarvan schakelt het tussen verschillende brain-modi, afhankelijk van de taak en de context. De twee hersenhelften dragen elk op een andere manier bij aan deze modi:
Dat betekent dat focussen niet zozeer gaat over beter denken, maar over het kunnen uitschakelen van irrelevante denkstijlen. Hoe inhibitie brain-modi regelt en intelligentie bepaalt De sleutel tot mentale efficiëntie is de mate waarin je onnodige brain-modi kunt onderdrukken.
Toepassing: Brain-modi en de psychologie van geven Waarom krijgen goede doelen soms meer donaties op bepaalde momenten? Het antwoord ligt in welke brain-modus dominant is bij de gever.
Brain-modi en talent: De juiste match vinden De juiste brain-modus op het juiste moment kan een talent laten floreren, maar een mismatch kan zelfs de meest getalenteerde persoon laten falen. Voorbeeld: Technisch vs. Conceptueel Ruimtelijk Inzicht
🔎 Mismatch in talent?
ADHD en de rol van inhibitie ADHD is een inhibitieprobleem waarbij de hersenen moeite hebben om bepaalde brain-modi uit te schakelen. Dit leidt tot:
💡 Praktisch inzicht: ADHD is niet een gebrek aan intelligentie, maar een probleem met het beheersen van de juiste brain-modus op het juiste moment. Conclusie: De toekomst van intelligentie en talentontwikkeling
Voor iedereen die een talentassessment bij ons heeft gedaan en het maximale uit de verschillende modi van zijn of haar brein wil halen. Binnenkort meer achtergrondinformatie hierbij.
1. Gevoeligheid
Scoor je hoog, dan heb je veel behoefte aan emotionele herkenning, veiligheid en overzicht. Scoor je laag, dan beleef je contacten primair als dialogen waarin informatie wordt uitgewisseld. 2. Extraversie Scoor je hoog dan hou je van gezelligheid. Scoor je lager dan zoek je in je leven meer persoonlijke, intieme contacten en vriendschappen. Scoor je laag op Extraversie en hoog op Gevoeligheid dan versterkt dat deze behoeften en ervaar je stress als er geen veiligheid of verbondenheid is. Scoor je laag op Gevoeligheid en juist hoog op Extraversie, dan heb je de wind mee in je karakter en ben je meer easy-going. 3. Openheid Scoor je hoog, dan leef je ontdekkend: je associeert snel woorden en ideeën en je neemt meer risico's om doelen te bereiken. Scoor je laag, dan hou je minder van risico's en kies je liever voor zekerheid. 4. Altruïsme Scoor je hoog, dan zoek je altijd naar harmonie en voel je sterk de pijn van disharmonie: kritiek, oordeel, ruzie, verdeeldheid. Je probeert pijn te voorkomen. Rechtvaardigheid is voor jou altijd verweven met 'respect' en 'begrip'. Scoor je laag op Altruïsme dan vecht je voor de waarheid en zit je pijn in leugens over die waarheid. Je imago interesseert je minder dan de waarheid. Rechtvaardigheid is voor jou gekoppeld aan waarheidsvinding. Pijn is voor jou een noodzakelijke fase om verder te komen. Scoor je hoog op Openheid en hoog op Altruïsme dan kun je je diep inleven in anderen, maar ook verdwalen in relaties. Je bent grenzelozer in je zorg voor anderen ten koste van jezelf, maar laagscoorders op Altruïsme interpreteren je inzet soms juist als eigenbelang. Dat doet pijn. Scoor je hoog op Openheid en laag op Altruïsme dan ben je assertief en een vechter voor de waarheid. Hoogscoorders op Altruïsme interpreteren juist dat soms als eigenbelang. Dat doet pijn. 5. Sturing Scoor je hoog, dan werk je gestructureerd naar het hoogste doel. Scoor je laag dan werk je spontaan, ongestructureerd naar creaties die 'ontstaan' terwijl je in een flow zit. Scoor je hoog op Altruïsme en hoog op Sturing dan leg je de lat voor jezelf hoog. Scoor je laag op Altruïsme en hoog op Sturing dan leg je de lat voor de ander hoger. Kun je dit veranderen met coaching of therapie? Een beetje, maar dan vooral het gedrag (bijvoorbeeld vermijdingsgedrag). De onderliggende neigingen en behoeften blijken erg robuust gedurende je leven. Beter is je leven en werkstijl aanpassen aan (de positieve kanten van) deze eigenschappen. In de wereld van talentassessments zijn we constant op zoek naar de sleutels tot succes. Wat bepaalt of iemand succesvol zal zijn in een bepaalde rol? Zijn het de cognitieve vaardigheden, de persoonlijkheid, of de interesses van een persoon? Hoewel elk van deze factoren een rol speelt, toont wetenschappelijk onderzoek aan dat intelligentie meestal de sterkste voorspeller is van succes, gevolgd door persoonlijkheid en interesse. Laten we dieper ingaan op wat dit betekent en waarom dit relevant is voor talentassessment. Intelligentie: werkgemakIntelligentie, vaak gemeten via IQ-tests, is de sterkste voorspeller van succes in omgevingen die complexe cognitieve vaardigheden vereisen. De algemene intelligentiefactor (‘g-factor’) weerspiegelt het vermogen om problemen op te lossen, abstract te denken en snel te leren. Dit zijn vaardigheden die essentieel zijn in veel professionele en academische situaties. Uit onderzoek van Schmidt en Hunter (1998) blijkt dat intelligentie een hoge voorspellende waarde heeft voor werkprestaties, met een correlatie van 0,51. Dit betekent dat mensen met een hogere intelligentie doorgaans beter presteren in banen die leercapaciteit, strategisch denken en probleemoplossend vermogen vereisen. Denk bijvoorbeeld aan complexe functies in technologie, wetenschap of management. Wat intelligentie bijzonder maakt, is de objectieve meetbaarheid. Waar persoonlijkheid en interesse vaak onderhevig zijn aan subjectieve interpretaties, geeft een intelligentietest een helder, kwantitatief inzicht in het cognitieve potentieel van een persoon. Persoonlijkheid: werkstijl en doorzettingsvermogenHoewel intelligentie cruciaal is, kan persoonlijkheid het verschil maken in hoe goed iemand zijn of haar potentieel benut. Persoonlijkheidskenmerken zoals conscientieusheid – het vermogen om georganiseerd, verantwoordelijk en volhardend te zijn – zijn bijzonder waardevol in werk- en leersituaties. Conscientieusheid heeft een correlatie van 0,31 met werkprestaties, wat het een belangrijke, maar minder dominante voorspeller maakt dan intelligentie. Andere relevante persoonlijkheidskenmerken zijn emotionele stabiliteit, die helpt om stress te beheersen, en extraversie, die kan bijdragen aan succes in sociale en leiderschapsrollen. Persoonlijkheid voorspelt met name hoe iemand zich gedraagt en samenwerkt, wat cruciaal is in functies waar interpersoonlijke vaardigheden belangrijk zijn. Toch heeft persoonlijkheid beperkingen als voorspellende factor. Het zegt weinig over cognitieve capaciteiten en is vatbaarder voor vertekeningen, zoals sociale wenselijkheid, vooral wanneer het gemeten wordt via zelfrapportagevragenlijsten. Interesse: werkplezier als katalysatorInteresse speelt een belangrijke rol in het bepalen van waar iemand energie en tijd in steekt. Mensen die werken in een vakgebied dat hen echt interesseert, ervaren vaak meer motivatie en voldoening, wat kan bijdragen aan succes. Interesses worden vaak gemeten met modellen zoals het RIASEC-model (Realistic, Investigative, Artistic, Social, Enterprising, Conventional), die inzicht geven in welke werkomgevingen iemand het beste past. Hoewel interesse belangrijk is, heeft het een lagere voorspellende waarde voor succes dan intelligentie en persoonlijkheid. De correlatie tussen interesse en werkprestaties ligt gemiddeld rond de 0,10 tot 0,20. Zonder de juiste cognitieve vaardigheden of persoonlijkheidskenmerken, zoals doorzettingsvermogen, zal interesse alleen niet voldoende zijn om succes te garanderen. Wat betekent dit voor talentassessment?Bij talentassessment draait het om het vinden van de juiste balans tussen deze factoren. Elk individu is uniek en succes hangt vaak af van de specifieke eisen van een functie of context. Toch blijkt uit onderzoek dat een objectieve meting van intelligentie een onmisbare basis vormt bij het voorspellen van prestaties. Wanneer dit wordt gecombineerd met inzichten in persoonlijkheid en interesse, ontstaat een compleet beeld van een kandidaat.
Een intelligentietest geeft antwoord op de vraag: kan deze persoon deze functie aan? Een persoonlijkheidstest laat zien: hoe zal deze persoon zich gedragen in deze functie? Een interessemeting onthult: wil deze persoon zich inzetten voor deze functie? Door deze drie elementen samen te brengen, kunnen we niet alleen het huidige potentieel van een kandidaat begrijpen, maar ook hoe goed zij passen bij een specifieke rol en werkomgeving. In de wereld van talentassessment zijn er talloze methoden beschikbaar om inzicht te krijgen in de capaciteiten, persoonlijkheid en het potentieel van een individu. Twee veelgebruikte benaderingen zijn intelligentietests en zelfrapportagevragenlijsten. Hoewel beide waardevolle informatie kunnen bieden, speelt de objectieve aard van intelligentietests een unieke en cruciale rol in het meten van cognitieve capaciteiten. Dit artikel bespreekt waarom intelligentietests onmisbaar zijn in talentassessment, en waarom zij vaak superieur zijn aan zelfrapportagevragenlijsten bij het identificeren van intellectueel potentieel. Wat meten intelligentietests en waarom is dat belangrijk?Intelligentietests zijn ontworpen om cognitieve vaardigheden objectief te meten, zoals logisch redeneren, probleemoplossend vermogen, werkgeheugen en snelheid van informatieverwerking. Deze vaardigheden zijn direct gerelateerd aan prestaties in complexe, cognitief veeleisende taken, zowel op de werkvloer als in het dagelijks leven. Intelligentietests zijn ontworpen om cognitieve vaardigheden objectief te meten, zoals logisch redeneren, probleemoplossend vermogen, werkgeheugen en snelheid van informatieverwerking. Deze vaardigheden zijn direct gerelateerd aan prestaties in complexe, cognitief veeleisende taken, zowel op de werkvloer als in het dagelijks leven. Onderzoek toont aan dat algemene intelligentie ('g-factor') een van de sterkste voorspellers is van succes in diverse domeinen, waaronder academische prestaties en werkuitkomsten (Schmidt & Hunter, 1998). Metingen van cognitieve capaciteiten zijn stabiel over tijd en minder beïnvloedbaar door externe factoren zoals stemming of zelfbeeld, wat hun betrouwbaarheid vergroot. De beperkingen van zelfrapportagevragenlijsten Zelfrapportagevragenlijsten meten subjectieve percepties, zoals persoonlijkheid, interesses en zelfbeeld. Hoewel deze instrumenten waardevol zijn in het beoordelen van motivaties en gedragsvoorkeuren, zijn ze inherent vatbaar voor verschillende biases: 1. Sociale wenselijkheid: Kandidaten hebben de neiging zichzelf in een positief daglicht te presenteren, vooral in selectiecontexten. Dit kan leiden tot onbetrouwbare antwoorden. 2. Beperkte zelfkennis: Niet iedereen heeft een volledig accuraat beeld van zijn eigen capaciteiten en gedragingen. Dit kan resulteren in inconsistenties of vertekeningen in de antwoorden. 3. Vergelijkingsproblematiek: Zelfrapportagevragenlijsten bieden geen absolute maatstaf, maar zijn afhankelijk van hoe individuen zichzelf vergelijken met anderen, wat de interpretatie bemoeilijkt. Deze beperkingen maken zelfrapportagevragenlijsten minder geschikt voor het objectief vaststellen van cognitieve capaciteiten of intellectueel potentieel. Objectiviteit en voorspellende kracht van intelligentietestsIntelligentietests bieden daarentegen een gestandaardiseerde, objectieve meting van cognitieve vaardigheden. Dit zijn enkele van hun belangrijkste voordelen: 1. Gestandaardiseerde scores: Resultaten worden vergeleken met een normgroep, waardoor individuele prestaties objectief kunnen worden beoordeeld. Dit voorkomt interpretatiebias en vergroot de validiteit van de beoordeling. 2. Sterke voorspellende validiteit: Intelligentietests voorspellen werkprestaties, vooral in banen die complexe problemen vereisen, beter dan andere methoden. Schmidt en Hunter (1998) concludeerden dat intelligentietests een correlatie van 0,51 hebben met werkprestatie, aanzienlijk hoger dan persoonlijkheidsvragenlijsten (correlatie ~0,31). 3. Minder beïnvloedbaar door externe factoren: In tegenstelling tot zelfrapportagevragenlijsten zijn intelligentietests nauwelijks vatbaar voor sociale wenselijkheid of zelfbeeldbias. Dit maakt de resultaten betrouwbaarder en consistenter. 4. Capaciteiten boven voorkeuren: Waar zelfrapportagevragenlijsten vooral inzicht geven in 'willen' en 'denken dat men kan', meten intelligentietests daadwerkelijk 'kunnen. Dit is cruciaal bij het bepalen van wie een specifieke rol aankan. Waarom intelligentietests essentieel zijn in talentassessmentIn talentassessment zijn intelligentietests niet alleen een waardevol hulpmiddel, maar een essentiële pijler bij het identificeren van talent. Dit komt voort uit hun unieke vermogen om: 1. Potentieel te identificeren: Terwijl zelfrapportagevragenlijsten vooral inzicht geven in hoe iemand zich momenteel gedraagt, kunnen intelligentietests inzicht bieden in iemands intellectuele groeimogelijkheden. Dit is cruciaal voor functies die leercurve en aanpassingsvermogen vereisen. 2. Objectiviteit te waarborgen: Intelligentietests verminderen de invloed van subjectieve factoren en geven een eerlijke, consistente beoordeling van cognitieve capaciteiten. 3. Complexiteit te matchen met functie-eisen: Voor banen met een hoge cognitieve belasting bieden intelligentietests cruciale informatie die niet door andere instrumenten kan worden geleverd. Wetenschappelijke basis voor integratie in talentassessmentDe meerwaarde van intelligentietests wordt breed ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Schmidt en Hunter (1998) benadrukten dat de combinatie van intelligentietests met andere methoden, zoals werkproeven of gestructureerde interviews, de voorspelling van werkprestaties significant verbetert. Deze combinatie biedt een holistisch beeld van kandidaten, waarbij zowel cognitieve vaardigheden als gedragskenmerken worden geëvalueerd. Daarnaast tonen longitudinale studies aan dat intelligentie een belangrijke voorspeller is van levenslange leercapaciteit en probleemoplossend vermogen, eigenschappen die essentieel zijn in een snel veranderende arbeidsmarkt (Deary, 2012). ConclusieHoewel zelfrapportagevragenlijsten waardevolle inzichten kunnen bieden in iemands persoonlijkheid en voorkeuren, vormen intelligentietests een onmisbare aanvulling in talentassessment. Ze bieden een objectieve, betrouwbare en wetenschappelijk onderbouwde maatstaf voor cognitieve capaciteiten, en hun voorspellende kracht is ongeëvenaard. Door intelligentietests te integreren in talentassessment, kunnen organisaties beter geïnformeerde beslissingen nemen en kandidaten selecteren die niet alleen passen bij de functie, maar ook excelleren in de uitdagingen van de toekomst.
In een wereld waar objectiviteit en voorspellende kracht centraal staan, blijven intelligentietests de gouden standaard in talentassessment.
Zou het zo kunnen zijn dat je jarenlang denkt dat iets jouw talent is, terwijl eigenlijk iets heel anders jouw talent is? Best een angstwekkend idee als dat zou kunnen. Je staat jarenlang voor de klas, met moeite misschien, maar je gaat ervoor omdat je gelooft dat dit jouw talent is. Totdat er op een gegeven moment toch barsten komen in je zelfbeeld, je zelfvertrouwen en je toekomstbeeld. Of je werkt jarenlang in een bepaalde sector, denkend, gelovend dat je hier hoort, omdat anderen je dat hebben wijsgemaakt. Ongetwijfeld met oprechte bedoelingen, maar na jaren kom je er achter dat je je hier eigenlijk heel ongelukkig in voelt.
Het artikel wat ik daar een tijd geleden over schreef leverde veel reacties op. In deze eerste podcast die wij maken wil ik graag dat artikel met je doorlopen. De techneut en de storyteller
'Hoe gaat het met jullie onderneming?' vraag ik belangstellend aan de twee directeuren in mijn spreekkamer. Ze kijken elkaar even afwachtend aan en dan begint Robert te vertellen. 'Vorige week zat er een klant bij me en die stelde mij dezelfde vraag. Ik heb hem toen het verhaal verteld hoe onze sales-afdeling in het afgelopen jaar voor extreme uitdagingen kwam te staan door de Corona-crisis en hoe dit team is gegroeid in innovatie, maar ook in saamhorigheid met elkaar. En daar ligt voor mij de essentie van hoe het met ons bedrijf gaat. Begin juni kwam de salesmanager bij mij binnenlopen en ... '. Terwijl zijn verhaal verder gaat kijk ik even naar de andere directeur, Dirk. Hij kijkt naar de tafel en ik zie een frons op zijn voorhoofd. Alsof hij voelt dat ik naar hem kijk werpt hij mij even een blik toe. Het is dat een blik geen geluid kan maken, anders had was het een zucht geweest. 'Robert, ik onderbreek je even' zeg ik ineens. 'Ik ben even benieuwd wat Dirk ondertussen denkt terwijl jij vertelt.' 'Ja Dirk, wat denk jij eigenlijk?' zegt Robert lachend. Dirk snuift even ongemakkelijk, kijkt ons allebei even aan en zegt dan: 'Wat ik denk is: waarom begin jij dit lange verhaal en geef je niet gewoon antwoord op de vraag? Het antwoord is namelijk dat we 40% minder omzet draaien en bijna 60% minder resultaat hebben.' Robert en Dirk zijn bijna een schoolvoorbeeld van de geïrriteerde verbazing die leiders of bestuurders soms over elkaar kunnen hebben. Deze geïrriteerde verbazing is niet alleen verklaarbaar vanuit persoonlijkheids-, communicatie- of motivatieverschillen. Dit heeft veel meer te maken met het verschil tussen performale en verbale intelligentie. De bedrading van hun brein. 1. Verbale en performale intelligentie: de gouden talent-markers 1.1 Verbale intelligentie Verbale intelligentie is de optelsom van vermogens tot abstract redeneren, tekstanalyse, woordenschat en systematisch taalgebruik. Deze vermogens stellen iemand in staat om taal en woorden effectief in te zetten in leiderschap en communicatie. Verbale intelligentie ondersteunt empathie omdat empathie veel heeft te maken met kunnen 'verwoorden' van emoties. Verbaal sterke leiders denken in verhalen met een voorgeschiedenis en kansen voor een volgend hoofdstuk. Elk afzonderlijk onderdeel van verbale intelligentie is een marker voor specifiek talent. Ik noem ze hieronder. Top-down denken en abstractievermogen. Een hoge score op Analogieën is een marker voor 'top-down'-denken: een theorie of model vertalen naar de praktijk. Handig voor consultants, wetenschappers, adviseurs. Een lage score op Analogieën, gecombineerd met een hoge score op technisch inzicht is een marker voor 'bottom-up' denken: de praktijk als vertrekpunt. Handig voor trouble-shooters en improvisatietalent. Systematisch denken. Woordbeeld (spelling en grammatica) is een marker voor systematisch denken. Grammatica is een systematiek die op een deel van de werkelijkheid (taal) wordt toegepast. Een hoge score daarop voorspelt dat iemand zich ook op andere gebieden makkelijk een systematiek eigen kan maken en kan toepassen. Handig voor algoritme-ontwikkelaars en gebruikers van professionele software. Algemene kennis. Woordenschat is een marker voor algemene ontwikkeling. Handig voor CEO's en algemeen directeuren die interne op externe ontwikkelingen moet afstemmen. Taalgevoel. Taalgebruik is een marker voor het goed kunnen interpreteren en schrijven van teksten en de essentie te zien of over te brengen. Handig voor communicatie, visie verwoorden, overtuigen, luisteren, verbinden. Onder ander visionairs, coaches, therapeuten, communicatiespecialisten en content-schrijvers hebben dit nodig. 1.2 Performale intelligentie Performale intelligentie is de optelsom van praktisch en technisch inzicht, ruimtelijk inzicht, patroonherkenning in visueel aangeboden informatie en cijfermatig inzicht. Deze vermogens stellen iemand in staat om een probleem in stukjes te knippen, fouten op te sporen en oplossingen aan te dragen. Belangrijk voor leiderschap, strategie en besluitvorming. Performaal sterke leiders denken in schema's, cijfers en stroomdiagrammen. Ook hiervoor geldt dat elk afzonderlijk onderdeel een marker is van specifiek talent. Hands-on logica. Praktisch-technisch inzicht is een belangrijke marker voor het vermogen om snel te doorzien hoe zaken werken, problemen op te lossen en een organisatie draaiend te krijgen of houden. Vooral op korte termijn gericht. Handig in de logistiek en voor het leiden van bijvoorbeeld productie- en reparatie afdelingen. Denken in scenario's. Ruimtelijk inzicht is een marker voor het kunnen overzien en denkbeeldig aanpassen van diverse scenario's. Ook handig bij schaken. Vooral lange termijn gericht, strategisch. Onontbeerlijk voor scenario-planners en business-strategen. Patroonherkenning. Figuren Reeksen is een marker voor het herkennen van patronen in data, cijfers, grafieken, symbolen. Voor terugkijkend op de langere termijn, controlerend. Een must voor controllers en CFO's. Gevoel voor cijfers. Rekenvaardigheid is een marker voor het logisch interpreteren van cijfers en daarmee werken. Handig voor financiële planning en controle. Maar ook op de administratie, facturatie en boekhouding. 2. When two worlds collide: verhalen-bundel versus machine 2.1 Wereldbeeld en inspiratie Verbale hoogscoorders (zeker als ze ook hoog op gevoeligheid en/of altruïsme scoren) zien de wereld als een verzameling verhalen. Verhalen van mensen, groepen, bewegingen, ontwikkelingen. Voor hen bevat het verhaal de essentie. Waar zit iemand in zijn of haar levensverhaal? Wat is de geschiedenis van een organisatie? Wat is het verhaal van een team? Wat wordt het volgende hoofdstuk? Verbale hoogscoorders hebben vaak minder een gevoel van invloed en controle dan performale hoogscoorders. Dat komt misschien doordat verbale intelligentie minder verweven is met executieve functies dan performale intelligentie. Performale hoogscoorders (de 'techneuten') zien de wereld meer als een 'machine' waar mensen, afdelingen, teams een 'input' en een 'output' hebben. Zij kijken 'technischer', zijn meer oplossingsgericht en zoeken vaker naar 'de knoppen' waar ze aan kunnen 'draaien' om dingen goed te laten lopen. Denk daarbij niet alleen aan letterlijke 'techneuten'. Je kunt ook politiek, maatschappelijke problemen en organisatievraagstukken 'technisch' benaderen. Hugo de Jonge is op dit moment misschien het duidelijkste voorbeeld van een 'politieke techneut' die door middel van apps en wetenschappelijk oplossingen 'aan de knoppen wil draaien' om het Corona-probleem te tackelen en de Nederlandse motor weer zo goed mogelijk te laten draaien. Misschien dat daarom sommige personen zich zo aan hem irriteren en anderen juist niet. Hugo de Jonge is op dit moment misschien wel het duidelijkste voorbeeld van een 'politieke techneut'. Performale hoogscoorders raken eerder geïnspireerd door cijfers, techniek, scores en kpi's. Zaken waar verbale hoogscoorders bijna een weerstand tegen kunnen hebben. Verbale hoogscoorders raken geïnspireerd door verhalen, voorbeelden, metaforen. 2.2 De onderlinge geïrriteerde verwondering Veel 'verhalen-mensen' irriteren zich soms (inwendig) aan de mechanische, oplossingsgerichte en volgens hen ongepaste manier waarmee techneuten soms kunnen reageren op iets gevoeligs. Volgens hen kijken performalen alleen maar naar geld, systematiek en niet naar de 'ziel' van dingen. Veel 'techneuten' irriteren zich aan de manier waarop 'verhalen-mensen' zich verliezen in één verhaal van één persoon of één voorval terwijl het volledige, echte plaatje heel anders is. De cijfers zijn de feiten. Niet de verhalen. Deze irritatie komt mogelijk voort uit het fenomeen dat de 'verhaal-circuits' in ons brein de technische circuits inhiberen (afremmen). En omgekeerd: als de technische circuits actief worden in ons brein (we gaan over geld en tijd praten) inhibeert dat juist de 'verhaal-circuits' waar ook onze empathie en gevoel van verbondenheid zit. Met andere woorden: als ons technische of verbale circuit 'aan' gaat worden we een klein beetje een karikatuur daarvan. En dat triggert irritatie bij mensen die anders bedraad zijn. Als ons verbale circuit 'aan' gaat worden we een beetje een karikatuur daarvan. En dat triggert irritatie bij mensen die technisch 'bedraad' zijn. Veel communicatie- en teamcohesieproblemen in DT's en MT's, maar ook in de politiek, ontstaan door een gebrek aan inzicht in deze verschillen. Dit leidt tot onbegrip, verdeeldheid en verkeerde verwachtingen van elkaar. 3. Van irritatie naar wederzijds respect 3.1 Nodig: cijfers én een goed verhaal In een goed functionerend team worden de talenten van diverse teamleden gewaardeerd en ingezet. En verwijzen mensen naar elkaar: 'dat kun je beter aan Melanie vragen, die is daar veel beter in dan ik.' De onderling irritatie tussen 'techneuten' en 'storytellers' ondermijnt de slagkracht van een team. Om in een team de onderlinge irritatie over het 'wonderlijke absurde' gedrag van de ander om te vormen tot synergie zijn cijfers en een goed verhaal nodig. Cijfers die verschillen tussen performale en verbale hoogscoorders duidelijk maken (cijfers overtuigen de performalen), en een verhaal dat de geïrriteerde verwondering in een ander daglicht plaatst (het verhaal overtuigt de verbalen). Dit moeten wel cijfers zijn die gebaseerd zijn op een betrouwbare capaciteiten-meting en niet cijfers die gebaseerd zijn op eigen inschattingen van mensen. 3.2 Capaciteiten-tests beter dan zelfrapportage vragenlijsten Hoewel de wetenschap er glashelder over is dat capaciteiten- (intelligentie-)metingen de beste indicatoren van talent zijn, zien we steeds meer talentanalyses op de markt komen die 'talent' proberen vast stellen zonder metingen, maar louter op basis van zelfrapportage vragenlijsten. Het toetsen van iemand technisch inzicht d.m.v. technische opdrachten is wat anders dan iemand aan laten vinken of hij het eens is met de stelling: 'Ik heb een goed technisch inzicht'. Talentanalyses zijn momenteel erg populair en commercieel heel interessant als je de dure capaciteiten-metingen weglaat (zonder dat gebruikers het door hebben). Een doorn in het oog voor deskundigen uit de assessmentwereld, maar daar gaan we nu niet zuur over doen. Uitslagen op persoonlijkheidsvragenlijsten en motivatie-tests zijn meestal niet zo verrassend. Mensen herkennen zich erin. Uitslagen van capaciteiten-tests zijn vaak heel verrassend. Mensen hebben van zichzelf niet door waar ze zo goed in zijn en hoe hun brein informatie verwerkt. Dat is ook logisch want wat je makkelijk afgaat vind je zelf meestal niet zo bijzonder. Capaciteiten-metingen zijn lastig en duur. En maken je assessment voor sommige mensen minder aantrekkelijk. Maar hoe eerlijk is het om de meest betrouwbare markers van talent te vervangen door enquête-vragen (stellingen) over iemands stijl, drijfveren, motivatie of communicatie en een positief verhaal? 4. Tot slot: 'numbers with stories' en 'stories with numbers' Robert en Dirk lopen niet tegen gedrags-verschillen, persoonlijkheids-verschillen of communicatie-verschillen aan. Ze lopen tegen verschillen in hun brein aan. Wat ze nodig hebben is het besef dat hun beider bedrading anders is, maar als puzzelstukken in elkaar passen als ze cijfers en verhalen weten te combineren. Robert overtuigt in zijn eentje alleen de verhaal-mensen in en rond hun bedrijf en Dirk spreekt alleen maar de taal van techneuten. Als zij in hun interne en externe presentaties gebruik maken van elkaars talent zullen ze zowel performalen als verbalen weten te overtuigen en plezier krijgen in hun verschillen. Dat zorgt ervoor dat de sturing van een DT of MT impact krijgt. Tegelijkertijd moeten ze ook weten wanneer ze juist alleen moeten opereren. Een lastig functioneringsgesprek zal beter bij Robert passen en een lastig gesprek met de bank beter bij Dirk. Doen ze deze gesprekken samen dan kan Dirk met zijn technische benadering het gevoelige functioneringsgesprek 'om zeep helpen' terwijl Robert met zijn verhalen de cijfers waarmee Dirk de bank wil overtuigen kan ondermijnen. Kijk op www.talentassessment.nl voor betrouwbare Talentassessments mét capaciteitenmetingen. Tientallen jaren lang moesten we allemaal extravert zijn: gezellig, sociaal, representatief, vlot, energiek. De televisie liet ons een halve eeuw lang kijken naar extraverte presentators, filmsterren, grappenmakers en podiumbeesten. Ongemerkt zijn zij onze rolmodellen geworden. Vanaf de jaren '70 moesten we op school allemaal presenteren, debatteren, profileren en werd onderwijs doorspekt met spreekbeurten, paneldiscussies en andere extraverte dingen. Een lastige periode voor de echte introverten onder ons. Je ziet de invloed daarvan nog terug in veel copy-paste vacature-teksten waarvan de eerste versie nog uit de vorige eeuw stamt: 'Ben jij die enthousiaste, energieke en dynamische teamplayer die wij zoeken? Neem dan contact met ons op.' Gelukkig is recent de waarde van introvert zijn herontdekt. Zonder introverten waren er waarschijnlijk geen smartphones, ruimteschepen, volle boekenkasten en films met niet van echt te onderscheiden visual effects. Introvert zijn mag weer. Introverten zorgen voor vooruitgang, kwaliteit en stabiliteit. Het lijkt erop dat we aan het begin van de jaren '20 in een nieuwe tijdgeest terecht zijn gekomen die ons bijna ongemerkt een nieuw, volgend juk heeft opgelegd: ambitie! Iedereen moet ambitie hebben: een droom, een passie, een missie. De televisie, het domein van de extraverten, is nu definitief verdrongen door social media. Social media is het domein van ondernemende, ambitieuze en gepassioneerde wereldburgers die in ongekend korte tijd hun dromen weten te verwezenlijken. Ongemerkt zijn zij onze nieuwe rolmodellen geworden. Extravert zijn is niet meer nodig. Je moet nu ambitieus zijn. Alles draait om (snel) resultaat: personal branding, creativiteit, strategie, audience, consumers, followers, likes, more business, infographics, competition, ... 'Ben jij die zelfstandige, ambitieuze, resultaatgerichte professional die van uitdagingen houdt? Download nu onze app met sollicitatie-games.' De huidige tijdgeest legt ons een nieuw juk op: ambitie! Misschien ben jij niet die ambitieuze, resultaatgerichte professional die ze nu overal lijken te zoeken. Maar je wilt wel echt iets doen met je talent, zowel voor anderen als ook voor jezelf. Gesprekken met anderen hierover kunnen heel verwarrend zijn omdat talent al snel met ambitie en droom wordt verward. Nu is ambitie en droom natuurlijk niet helemaal hetzelfde, maar ze verwoorden wel beide de druk en schaamte die veel mensen stiekem ervaren: ik moet een droom of ambitie hebben, maar die heb ik eigenlijk helemaal niet.
Ik wil je graag bemoedigen als je geen droom, visie of ambitie hebt. Er is niks mis met je. Net zoals er ook niks mis was met introverten in de jaren '70 en '80. Maar je moet wel een beetje eigenwijs tegen de stroom van de tijdgeest in roeien. Om je daarbij te helpen een paar ervaringen vanuit mijn werk als talent-coach: 1. Talent en droom zijn verschillende dingen. Je kunt een administratief talent hebben, terwijl je droom of ambitie is om vluchtelingen te helpen. Je kunt je administratieve talent wel degelijk inzetten voor vluchtelingen, maar je droom zit dus niet per definitie verborgen in je talent. En je talent ook niet in je droom. 2. Niet iedereen heeft een droom. Sommige mensen hebben een specifieke droom of visie, maar de meesten niet. Dat is normaal. Als iedereen alleen maar bezig was om eigen dromen te verwezenlijken zou de wereld een flinke puinhoop worden. Als je een mooie droom hebt, heb je anderen nodig om die droom te verwezenlijken. Gelukkig zijn er mensen die zelf geen droom of persoonlijke ambities hebben en daarom dromers of visionairs kunnen helpen. 3. Niet elke droom is gezond. Je kunt drie soorten dromen onderscheiden: a. dromen die voortkomen vanuit je eigen behoeften (luxe, plezier, comfort, dingen willen zien, voelen of hebben; b. dromen die voortkomen uit behoefte aan macht, controle en grootheid (territorium-drang, expansiedrift) en c. dromen die voortkomen uit altruïsme (bijvoorbeeld anderen willen helpen, problemen oplossen, welzijn verbeteren, welvaart verdelen). De eerste twee kunnen tot een hoop chaos of ellende leiden. Vier nadelen van ambities 1. Ambities kunnen gevaarlijk zijn. De geschiedenis van de afgelopen 5000 jaar staat bol van afschuwelijke voorbeelden hoe ambities miljoenen mensenlevens kunnen kosten. Extreme toewijding aan eigen ambities kan bijzonder gevaarlijk zijn. 2. Ambities kunnen je egocentrisch maken. Persoonlijke ambities kunnen je betrokkenheid, je tijd voor anderen en liefde voor je medemens afremmen. 3. Ambities kunnen bedreigend overkomen. Als je heel ambitieus bent, ben je voor een werkgever of collega's ook een beetje bedreigend. Ik ben als ondernemer blij met collega's die geen persoonlijke ambities hebben maar mij helpen mijn droom werkelijkheid te maken. 4. Ambities verwezenlijken geeft niet de hoogste voldoening. Iedereen die offers brengt voor zijn of haar ambities weet het: het geeft geen echte voldoening als je ze bereikt hebt. Echte voldoening ontstaat door offers die je brengt voor een ander. Liefde. Geven. Onbaatzuchtigheid. Vier voordelen van geen ambities hebben 1. Je werk wordt niet gehinderd door eigen ambities. Ambities najagen kost veel tijd naast je gewone werk. Als je geen grote persoonlijke ambities hebt kun je je tijd en je energie in je dagelijkse werk stoppen. Of in je gezin, je vrienden of familie. 2. Het maakt je minder bedreigend voor anderen. Mensen met ambities voelen zich sneller bedreigd en zijn sneller elkaars concurrent. Als je geen ambities hebt ben je veiliger voor je baas en je collega's. Jouw kracht ligt misschien juist in de tijd en de rust die je kunt bieden aan mensen die doodmoe zijn van het najagen van hun eigen ambities. Of in het verbinden van mensen die elkaar als bedreigend ervaren. 3. Je houdt meer tijd en ruimte over om te genieten. Mensen die toegewijd zijn aan een droom of ambitie moeten altijd doorgaan. Zij moeten het hebben van 'voorpret': 'Straks, als we de top bereikt hebben ...'. Jij hebt als niet-ambitieuze waarschijnlijk meer 'nupret' in plaats van 'voorpret'. 4. Het maakt je flexibeler in in nieuwe ontwikkelingen. Ambities kunnen iemand ook blind maken voor kansen en nieuwe mogelijkheden. Zonder ambities kun je veel meer openstaan voor onverwachte ontwikkelingen. Dus: laat je geen juk opleggen door de huidige tijdgeest. Heb je een droom of ambitie: wijd je toe en ga ervoor! En wees dankbaar voor de mensen om je heen die jou kunnen helpen. Heb je zelf geen droom, visie of ambities? Ga niet maar wat bedenken of doen alsof, maar aanvaard het. Zoek naar een werkgever of bedrijf met een droom of visie die jou aanspreekt. Help visionairs of ondernemers met jouw talent en geniet van de voldoening die dat geeft. Heb je je talent nog niet goed helder? We hebben sinds kort al een instapmodel-talentscreening voor 99,50 euro! En dat zegt misschien iets over mijn droom en ambitie ... ;-). |
AuteurMatthijs Goedegebuure is registerpsycholoog en eigenaar van Talentassessment.nl Archieven
Januari 2025
Categorieën
Alles
|